Maaike Ouboter - 23 April
Capo: 1st fret
Взято с сайта guitarchords.ru
C = x32010
C/B = x20010
Am = x02210
G = 320001
F = xx3211
Cadd4/E = xx2011
E7 = 022000
[Intro]
N.C.
Ze zat een rij of vier naar
achter,
N.C.
dwaalde in gedachten,
N.C.
volgde niets van het verhaal
N.C.
over God of iets.
[Verse 1]
C C/B
Ze deed er niet zo toe, ze was
Am
wat moe,
G F
staarde naar de bank vooraan,
Cadd4/E F G
hij was net opgestaan.
C C/B Am
En hij streek met zijn lange
G F
vingers door z’n haar
C/B F G
en staarde warrig naar de grond.
C
Keek naar zijn bladmuziek,
C/B Am
hij zag haar niet en had haar
G F
tot die dag nog nooit gezien.
Cadd4/E F G
[Chorus]
F G
En zij praat veel te veel, en
C
hij denkt te veel na.
F
Hij draagt altijd die zelfde
G C
wollen trui en zij te warrig haar.
F E7
Hij was verliefd maar was van
Am G
plan alleen te blijven.
F G
En dat doet haar niet zo veel.
[Verse 2]
C C/B
Het is april, ze zitten samen
Am G
op het randje van de Amstel,
F
zwijgen stil.
Cadd4/E F
Draaien rondjes met hun tenen
G
in het water.
C C/B
En ze wil hem zoveel vragen,
Am G
maar ze geeft hem ook de tijd.
F Cadd4/E
Hij kijkt opzij en ziet haar
F G
mooie meisjeslach.
[Chorus]
F G
En zij praat veel te veel en
C
hij denkt te veel na.
F
Hij draagt altijd die zelfde
G C
wollen trui en zij te warrig haar.
F E7
Hij is verliefd maar was van
Am G
plan alleen te blijven.
F
En daar trekt ze zich zo lekker
G
niks van aan.
[Verse 3]
C C/B
En ze gaan staan. Zij met haar
Am G
buik, hij draagt nog steeds die zelfde trui
F Cadd4/E
en zij geen mooie jurk,
F
het hoeft ook niet, en hun
G
ouders zijn erbij.
C C/B
Hij kijkt opzij en lacht
Am G
verlegen, maar ’s avonds na het eten
F Cadd4/E
danst ie rondjes in de kamer om
F G
haar heen.
[Chorus]
F G
En dan praat zij te veel en
C
denkt hij te veel na.
F G
Draagt zij zijn wollen trui en
C
hij dat warrig haar.
F E7
Hij is verliefd, ze was van
Am G
plan alleen te blijven,
F
maar dat doet er eigenlijk niet
G
meer zoveel toe, het doet er niet meer toe.
[Guital Solo]
F G C F G C F E7 Am G
F G
[Chorus]
F G
En dan praat zij te veel en
C
denkt hij te veel na.
F G
Draagt zij zijn wollen trui en
C
hij dat warrig haar.
F E7
Hij is verliefd, ze was van
Am G
plan alleen te blijven,
F
maar dat doet er eigenlijk niet
G
meer zoveel toe, het doet er
niet meer toe.
[Outro]
C C/B Am G F Cadd4/E F G
Oehoe hoe hoe
C